Mijn jeugdheld is niet meer. Wat zeg ik, held. Vossieboy was mijn kameraad, zelf zonder dat hij dat besefte. Omdat hij me in elk nummer leek te willen zeggen: “Ik begrijp je Hannes. Ik stond ooit ook voor het leven zonder te weten wat er in godsnaam mee aan te vangen.”
Zoals hij, met die wondermooie snik in zijn stem, bijna schreeuwde in Hij is alleen:
en hij dacht nog, ik moet het eens vragen
maar het gaat niet, het werkt niet, het helpt niet
Nog geen twintig woorden, en toch de volledige samenvatting van mijn jeugdjaren.
Stilte voor de storm
Hij zat naast mij, in mijn eenzame jongenskamer, waar hij me schouderklopjes gaf als Mijn strijd gaat door, Arme jongen, Donkere stille gangen, Monstertje en Zal ik het ooit begrijpen. En hij wist zelfs van mijn brandende ambities en wilde dromen, die ik nochtans met niemand durfde delen. Zoals in Beste Bill:
en je wou dat je kon zeggen
dat dit drijven, dat dit niet jouw stijl is
maar de stilte voor de storm
en dat je muren kan breken, ijzer kan smeden
als het brandt van binnen
Een Vos verliest zijn haren maar niet zijn streken. Mijn wereld verliest Vos en is van streek. Ik zal mijn in alle opzichten unieke vriend heel hard missen, en nooit vergeten.